De laatste 10 jaar begon de drone aan zijn opmars bij het grote publiek door het recreatief gebruik. Dankzij de massaproductie van technologie voor smartphones werden de onderdelen die gebruikt worden in drones kleiner en goedkoper. Het werd mogelijk om voor een paar honderd euro een vliegende smartphone te bouwen waarmee je gedetailleerde foto’s vanuit de lucht kon maken.
Filmploegen en fotografen zagen al snel het potentieel en reisprogramma’s werden doorspekt met luchtbeelden. Landmeters begonnen drones te gebruiken als ondersteuning in hun opmetingen, waarna ook de industrie drones begon in te zetten voor inspecties van materiaal op grote hoogte. Dat levert tijdwinst op maar is bovenal veel veiliger.
Als snel werd duidelijk dat het inzetten van drones op industriële schaal enorme hoeveelheden data oplevert die niet snel door de mens te verwerken zijn en dat het om veel meer gaat dan vliegen alleen.
De opkomst van artificiële intelligentie biedt hier een oplossing. Terabytes aan data worden door de computer geanalyseerd. Beelden worden vergeleken en enkel de afwijkingen moeten nog door de mens worden geïnterpreteerd. Hoeveel roest is er bijgekomen op een verbindingsbout van een hoogspanningspyloon sinds vorig jaar? De computer vertelt het op basis van de vergelijking van dronebeelden.
Uiteraard trokken drones ook de aandacht van bedrijven zoals Amazon en UPS. Amazon richtte zelfs Amazon Prime Air op. Een dochterbedrijf dat volop inzet op het gebruik van drones om pakketten te leveren op een veilige en duurzame manier. Amazon belooft in de nabije toekomst klanten de optie te geven om te kiezen voor levering binnen 30 minuten. Drones zullen die job klaren.
Initiatieven zoals die van Amazon stuitten uiteraard op scepsis bij het grote publiek. Wat als morgen de buurvrouw dagelijks schoenen gaat laten leveren in haar tuin? Is dat veilig? Hoeveel lawaai maakt dat. Wat met mijn privacy? Dat is een belangrijk thema dat vandaag veel aandacht krijgt van de spelers in de drone-industrie. Zij beseffen maar al te goed dat je bij het inzetten van drones erg afhankelijk bent van de publieke opinie. Het is belangrijk dat mensen de toegevoegde waarde van drones inzien en bedrijven drones alleen inzetten wanneer dat op een duurzame manier kan gebeuren. Duurzaam, dus met respect voor de natuur, de maatschappij en de economie. De vraag is of recente tests met pizzaleveringen op een Nederlands strand daartoe bijdragen.
Met zoveel potentieel en aandacht van grote spelers, kon een Europees initiatief niet langer uitblijven. In de EU gaat vanaf 2021 een nieuwe wetgeving in voege. Die wetgeving legt meer verantwoordelijkheid bij de dronepiloot en maakt het makkelijker om bepaalde types van vluchten uit te voeren. Zo wordt het mogelijk om bijvoorbeeld spoorweginfrastructuur of hoogspanningslijnen over grote afstand te inspecteren, buiten het gezichtsveld van de piloot.
Er zijn zo van die momenten in de geschiedenis waarop alles lijkt mee te zitten om op korte tijd een grote sprong mogelijk te maken. Snelle, kleine, krachtige processoren, goedkope en nauwkeurige sensoren, kwalitatief hoogstaande camera’s, artificiële intelligentie, een minder restrictieve wetgeving, een grote behoefte aan duurzaamheid en het ontlasten van onze wegen. Wordt dat de magische cocktail die de drone-industrie in 2021 vleugels geeft?
Drones hebben een mooie toekomst. Maar om die toekomst te kunnen verzekeren zijn het creëren van een maatschappelijk draagvlak en sociale aanvaarding noodzakelijk.
Bij Baloise willen wij ons steentje bijdragen aan het duurzaam inzetten van drones. Daarom hebben wij mee onze schouders gezet onder het Helicus Aero Initiatief dat medisch dronetransport tussen ziekenhuizen mogelijk maakt. Op 17 juni 2020 werd het Helicus-project bekroond met een medaille op de Efma-Accenture Innovation in Insurance Awards als een van de meest innovatieve oplossingen in haar categorie Connected Insurance & Ecosystems.